Mag de werkgever bepalen dat een medewerker thuiswerkt?

De werkgever heeft het instructierecht (7:660 Burgerlijk Wetboek). Dit betekent dat hij in principe de instructie kan geven dat de medewerker thuis moet werken. Dit moet wel redelijk en billijk zijn (artikel 7:611 Burgerlijk Wetboek), ook wat betreft de arbeidsomstandigheden. Van een werknemer die onvoldoende middelen heeft om thuis te kunnen gaan werken of bij wie de inrichting van de thuiswerkplek tekortschiet, kan in alle redelijkheid niet verwacht worden dat de instructie wordt opgevolgd. Dus wanneer een werkgever een dergelijke instructie geeft, zal hij ervoor moeten zorgen dat de betreffende werknemers over de juiste middelen beschikken om hun werk thuis goed te kunnen uitvoeren en kunnen de werknemers van de werkgever verwachten dat de nodige voorzieningen worden verschaft in het kader van een werkplek die aan de Arbo-eisen voldoet. Het hangt dus mede af van de maatregelen die worden getroffen die het thuiswerken al dan niet mogelijk maken.